Doorsneden

theorie:

Als je een ruimtelijke figuur met een vlak doorsnijdt krijg je een doorsnede.
Als bij zo’n figuur twee evenwijdige vlakken door een derde vlak gesneden worden, ontstaan er twee evenwijdige lijnen.

Bij het tekenen van een doorsnede in een ruimtelijke figuur kun je daarom vaak gebruik maken van evenwijdige vlakken.

Let erop dat je niet slechts een deel van de doorsnede tekent.

Houd je daarom aan een stappenplan bij het tekenen:

  1. verbind alle punten van het vlak V die in hetzelfde grensvlak van het lichaam liggen;
  2. ga na welke grensvlakken evenwijdig zijn; teken in die grensvlakken evenwijdige lijnen;
  3. ga na of je de gehele doorsnede getekend hebt; breng zonodig ontbrekende lijnstukken aan.

Om een doorsnede op ware grootte te tekenen, moet je eerst de doorsnede met het lichaam tekenen en vervolgens de lengten van de lijnstukken berekenen.

Je kunt ook hier gebruik maken van een stappenplan:

  1. teken de doorsnede in de ruimtelijke figuur;
  2. gebruik geschikte hulpvlakken en aanzichten om de ware lengte te vinden van de lijnstukken, die je nodig hebt;
  3. teken nu de doorsnede op ware grootte met behulp van passer en geodriehoek.

Let op:
Lijnen die in een vlak liggen zijn snijdend of evenwijdig.
Kruisende lijnen zijn lijnen die niet in een vlak liggen.

DEMONSTRATIE

Je kunt hier een demonstratie van een doorsnede in animatie downloaden

[Inleiding] [Voorkennis] [Aanzichten en uitslagen] [Doorsneden] [Demonstratie] [Opdrachten] [Uitwerkingen] [Links / extra] [Toepassing/verdieping] [Contact]